Een team vol sterspelers maakt nog geen wereldkampioen

Bob Meijer is mede-eigenaar van de Brasserie Groep, een naam die min of meer synoniem is met de Leidse Horeca. Samen met zijn compagnons, Johan Klerks en Guido Verschoor geeft hij leiding aan de vijf vestigingen die het merk inmiddels sterk is. De vestigingen maken onderdeel uit van hetzelfde geheel, maar ze hebben ieder een eigen karakter. Bob vertelt ons meer over de filosofie achter het bedrijf en wat het werk leuk maakt.

Hoe ben je in de horeca terecht gekomen?

‘Op mijn 21e ben ik begonnen met een snackbar. De snackbar was eerst van twee oudere mensen. Een biertje drinken met een zak patat. Meer was het niet. Maar dit was 29 jaar geleden, de tijd voor het internet. Ook de grote bezorgdiensten zoals we ze nu kennen, had je toen nog niet. Daar zat dus wel iets van een gat in de markt. Ik heb daar gebruik van gemaakt door (met succes) te bezorgen bij bedrijven in de buurt. Waar wordt overgewerkt wordt immers ook patat gegeten. Een paar jaar later kon ik het voor een prachtig bedrag verkopen.’

“Mijn hart stroomt over van trots als ze een paar jaar later bij ons in de zaak komen en het ontzettend goed doen.”

De ondernemersgeest heeft er dus altijd wel ingezeten?

‘Ik zie het meer als het pakken van kansen. Dit is de eerste kans die op mijn pad kwam. Drie jaar later trok ik de deur van de snackbar achter mij dicht met een zak geld en een bak ervaring op zak.

Door naar het volgende horeca-avontuur?

‘Nou, niet meteen. Ik wilde eigenlijk leraar worden en heb me bijna aangemeld voor de PABO. ‘Bijna,’ want ik ben nooit verder gekomen dan het aanmeldformulier. Niet dat de ambitie niet serieus was, maar dat was niet het juiste moment in mijn leven. Misschien komt dat later nog een keer. Wel proberen Johan en ik om die pedagogische kant een plekje te geven in de Brasserie Groep.’

Hoe uit zich dat precies?

‘Op verschillende manieren: zo nu en dan organiseer ik een workshop voor VMBO klassen in de buurt. Het komt best wel vaak voor dat deze jongeren een laag zelfbeeld hebben omdat ze, bijvoorbeeld, geen wetenschappelijke studie zullen volgen. Als je vraagt wat ze later willen doen, vertellen ze dat ze ook wel de baas zouden willen zijn van een restaurant. ‘Maar dat kan niet,’ zeggen ze er dan bij, ‘want ze zijn niet slim genoeg.’ Het tegendeel is natuurlijk waar. Slim zijn uit zich op verschillende manieren. Ik heb zelf ook alleen de MAVO gedaan. Mijn hart stroomt over van trots als ze een paar jaar later bij ons in de zaak komen en het ontzettend goed doen.’

‘Daarnaast werkt er bij ons een jongen met het syndroom van Down. Daar wordt in Nederland ook nog opvallend moeilijk over gedaan: ‘het is goed dat ze ergens werken, maar toch niet in een echt bedrijf?’ Flauwekul natuurlijk. Ik wil juist dat zo’n jongen de kans krijgt om van het echte leven te proeven. En – surprise, surprise – hij maakt zich binnen no-time onmisbaar. Zo heb ik nog wel meer voorbeelden, maar wat ik hiermee wil zeggen is – om een vergelijking te maken met het voetbal – een team vol sterspelers maakt ook niet meteen een wereldkampioen. Niet dat deze jongen geen sterspeler is, maar wij willen niet van die eenheidsworst. De Brasserie Groep viert diversiteit. Het verschil tussen mensen. Dat zie je aan ons team, onze klanten en de grote verschillen tussen onze vestigingen.’

“Je kunt wel een beeld hebben bij wie je bent als bedrijf, maar soms heb je gewoon iemand nodig die weet hoe je dat aan je klanten moet laten zien.”

Past Commandos in dat opzicht bij jullie?

‘Die relatie bestaat al lang. Heel lang. Brant werkte als kok bij ons toen hij op het Grafisch Lyceum zat. Hij was op dat moment nog zoekende, maar’ zegt Bob met een lach, ‘de liefde heeft hij toen wél gevonden. Hij is nog steeds samen met Monique. Zij werkte hier toen ook. Mooi vind ik dat. Toen hij met Ramon – en later met Sjoerd – zijn eigen zaak begon, duurde het niet lang voordat we samen gingen werken. Dat bevalt erg goed. Ik kan me nog wel herinneren dat we een keer een vrij intensieve dag hebben besteed aan het bepalen van onze kernwaarden en het uitwerken van onze visie. Daar hebben ze perfect bij geholpen. Je kunt wel een beeld hebben bij wie je bent als bedrijf, maar soms heb je gewoon iemand nodig die weet hoe je dat aan je klanten moet laten zien. En – dat zal een beetje aan Sjoerd z’n achtergrond liggen – daar kwam toen ook een vergelijking met een automerk aan te pas.’

Welk merk was dat?

‘Volkswagen: luxe op een manier die zowel smaakvol als bereikbaar is. Wat duurzaamheid betreft zit die club tegenwoordig ook meer op het juiste pad gelukkig. Daar waren we ze wel al een stapje voor denk ik.’